Bosz gebruikt Wanner om niet in het mes van Atlético Madrid te lopen

Bosz verraste dinsdagavond in zijn basisopstelling. Dennis Man en Ricardo Pepi gingen naar de bank en Couhaib Driouech en Wanner worden als buitenspelers gebruikt. Of de van een blessure teruggekeerde Ivan Perisic niet in de basis kon starten? ‘Nee, dat kon niet’, zo begon Bosz bij Ziggo Sport.
De plaats op de bank voor Pepi had ook een fysieke reden. ‘Het belangrijkste is dat Pepi nu twee wedstrijden negentig minuten heeft gespeeld na een lange blessure. Twee dagen rust ertussen is te kort en te risicovol om hem weer te laten starten. Hopelijk kan hij als invaller het verschil maken’, zo vervolgde de oefenmeester, die zich niet twee keer aan dezelfde steen wilde stoten. ‘Ik heb het me aangetrokken dat hij geblesseerd raakte, omdat ik vond dat ik hem te geforceerd te veel minuten heb laten maken door de blessure van Pléa. Dus ik ben nu wat voorzichtiger.’
Toen Bosz gevraagd werd of Wanner of Ismael Saibari als rechtsbuiten ging spelen, ging hij alleen in op de Marokkaan. ‘Nee, de buitenspeler is niet Saibari. Die gaat met Guus spelen, dat heeft prima gefunctioneerd. Ik wil aan de linkerkant een echte vleugelspeler neerzetten met snelheid en hoop dat hij daar gevaarlijk gaat worden’, aldus Bosz over Driouech. De Nederlander heeft Atlético goed bestudeerd. ‘Ik vind dat als we tegen Atlético spelen met twee van dat soort vleugelspelers, we misschien te veel in het mes zullen lopen. We hopen dat met Wanner beter voor elkaar te hebben.’
Naast dat Bosz zich heeft aangepast aan Atlético, heeft hij zijn team ook twee dingen meegegeven. ‘Zelf voetballen, en de restverdediging op orde hebben’, zo vervolgde Bosz. ‘Ik pas me iedere week aan. Soms met dezelfde jongens, qua manier van druk zetten of aanvallend gevaarlijk worden.’
Dat Bosz met Diego Simeone een gewaardeerd collega treft, is niet de reden waarom hij uitkijkt naar het duel. ‘Wel naar de mogelijkheid dat we mogelijk een geweldig resultaat neerzetten, waardoor we een stap dichter bij de knock-outfase zijn. Daar kan ik wel naar uitkijken.’



